Omdat er in het boekje bij de cd van de 105-toets Gebr.Decap "De Haachtenaar" veel te weinig ruimte was om de volledige geschiedenis van dit orgel weer te geven, hebben we hieronder de volledige tekst geplaatst, geschreven door eigenaar Dominick Vanhaute: 

De Haachtenaar is een nieuw ontstaan samengesteld orgel, dat nog maar kortgeleden volledig muzikaal op punt gekomen is.

De instrumenten in de façade inclusief de besturing kast met boek lezer zijn afkomstig van het baancafé “de 14 Billekens” te Zandhoven, het was van oorsprong een zogenaamde “3 accordeon 105 ES orgel” met VDL-klank modules, zowel voor de begeleiding als de post, saxofoon, trompet en bariton.

De VDL-klank modules spelen in STEREO! Over 2 aparte eind versterkers, voordien in het oudere type 105 met 2 accordeons was dat een Hammondorgel, en van enige stereo begeleiding was toen geen sprake, dat klavier was in zijn tijd een mono instrument.

Het 3 accordeon 105 ES model werd omstreeks 1977 in Café “De 14 Billekens” geplaatst, het zal vrijwel zeker een van de eerste 10 geweest zijn die gebouwd werden. Het kon er in zijn volle gedaante niet binnen! Het plafond was te laag, er werd dan een gedeelte van het dak van het orgel niet geplaatst of gedeeltelijk aangepast. Voordien stond er een 105 2 accordeon orgel met Hammond, en dit staat vandaag in Westerlo in het orgel museum van de fam.  Peeters.
Dat was het 3de laatste orgel! Dat bestaat dus nog zo goed als in zijn volle oorspronkelijke gedaante, op enkele elektronische componenten na. De opvolger waar het hier nu over gaat, die heeft niet lang in de 14 Billekens gestaan, omstreeks 1980/81 werd het orgel verkocht aan een echtpaar uit Haacht (Vlaams-Brabant) en in de plaats kwam het allerlaatste orgel in de geschiedenis van de beroemde 14 Billekens, De 105 ES kwam bij het echtpaar in Haacht in een soort van “veranda” of bijgebouw te staan, vast aan hun woning. Toen zij naar een bejaardentehuis gingen werd het orgel verkocht aan Guy Koekoekx uit Perk.

De orgel façade zou op dat moment reeds in zeer bedenkelijke staat zijn geweest, en werd verder gesloopt. Nadien werden de instrumenten, de besturing kast met boek lezer, de speakers, en alle losse onderdelen zoals de Letters Gebroeders Decap Antwerpen verkocht aan een Dhr. Dirk Ligois.  Deze bouwde een nieuwe façade  in retro stijl, een façade van slechts 4 meter lengte, op de marimba/xylofoon en 2 accordeons na kwam alles in deze veel kleinere façade terecht, of toch niet, de fysieke trompet keerde in eerste instantie ook niet terug, de saxofoon wel.
De façade werd speciaal gebouwd om op een aanhangwagen te passen, en op die manier het orgel “te huur” aan te bieden.
Er waren nogal wat problemen met de elektronische VDL begeleiding, in die mate zelfs dat men besloten heeft om deze definitief te verwijderen en een Hammond orgel L122 in de plaats te zetten. Een Hammond orgel met een type plaatje Hammond company Antwerpen, en vroeger reeds volledig uitgebouwd en aangelegd door de Gebroeders Decap Antwerpen, model met zogenaamde hulp mechaniek of wind bak, dat verwijst naar een Hammond van voor het jaar 1971.
Deze Hammond zou dan weer afkomstig zijn van een eerder gesloopt Decap orgel dat in een etablissement gestaan heeft met name “De lachende koe”
Tenslotte werd de marimba/xylofoon achter de orgel façade geplaatst en te koop aangeboden.
En toen heb ik het gekocht, dat was in 2022, bijna 4 jaar geleden dus.
Ik wist maar weinig van orgels, dus met de hooguit 70,80 boeken die ik toen had was het vooral observeren en vergelijken. En hoe langer des te meer vaststellingen die zich opstapelde dat er nogal wat afwijkingen waren voor wat betreft de zaken waar een “Decap Antwerpen” moet aan voldoen.
Aangezien het om een nieuw samengesteld orgel ging kon ik het mij permitteren om er van alles aan te veranderen om uiteindelijk tot het speel karakter te komen dat men van een “Decap Antwerpen” mag verwachten, maar ik wou nog meer dan dat!
Het zou een orgel worden dat de boeken laat horen op een manier die zelden gehoord wordt, het orgel moest om te beginnen 100% in orde zijn, en geen enkele afwijking vertonen of laten horen.
En er waren er nogal wat in het begin.
De Hammond was elektronisch niet meer correct aangesloten, het gevolg daarvan was een percussie klank die alles behalve voldoet aan die van Decap Antwerpen, en dit heeft een zeer negatieve invloed op jazzfluit/vibraton.
De post: Saxofoon, trompet zat te wringen met de Hammond. De frequentie van de VLD trompet zat veel te dicht in de buurt van de klank kleur van de Hammond zijn onderste klavier, en dat speelt eerste octaaf bassen, gekoppeld met grondbassen, thans toch in het begin!
Voorts speelt dat tegenzang en accompagnement, trompet speelt eveneens tegenzang, en deze 2 klanken lagen voortdurend in elkaars vaarwater.
Dat is ook niet verwonderlijk, de VDL post is niet gebouwd om samen met een Hammond orgel te spelen.
De eerste grote aanpak was het Hammond orgel zelf onder handen nemen zodat dit speelde zoals alle andere die achter een Decap Antwerpen staan. Ondertussen ergerde ik er mij aan dat dit slechts een mono klank voorts brengt, die gedachte bleven constant sluimeren.
Vervolgens werd de accordeon aangepakt want dat was echt wel nodig, met 7 afgebroken tongen, en redelijk vals, met sjirpende geluiden vooral in de hoge tonen.
Toen dat in orde was kwam de kans voorbij om aan een zogenaamde “lampen post” te geraken, ter vervanging van de VLD elektronische post, sax en trompet.
Nu had ik de kans om een post, sax en trompet komende uit een 105 2 accordeon orgel in de plaats te zetten, hiervoor moesten eerst tal van aanpassingen gebeuren in de besturing kast waar ook de post zelf kwam in te staan. Om het helemaal compleet te maken ook nog 2 buizen mono blokken, een voor de speakers links, een voor de speakers rechts.
De post sax, trompet en bourdon is van het type met ingebouwde versterker met 2 EL84 eind buizen, een ouder model dus.
Nadien waren slechts de toon opwekkers met buizen, en het versterker gedeelte met transistoren.

Welke post had ik nu in huis gehaald?  want er zijn nogal wat verschillen in de loop der jaren, hoe die zou klinken wist ik in begin niet eens, het was een lampen post dus het zou dan wel goed zijn!
Wat zouden we gaan krijgen in de plaats van VDL??
De trompet/sax van de 14 Billekens periode van de legendarische lp opnamen van Rocco Granata, of misschien wel de post zoals die van het Napoleon orgel, hoewel die nooit luid stond dus moeilijk te definiëren, of zou het een post zijn zoals hier en daar te horen op de reeks A. Decap – Sound 1/24.
Als het dan zo ver was bleek het tussen de 2 te liggen!
De trompet is het karakter van het Europa orgel 1 ten tijde dat er lp’s mee opgenomen zijn, en de saxofoon blijkt dezelfde als te horen op ADS volume 15 en 16.
En met deze 2 karakters ben ik zeer tevreden!
Vervolgens de membranen van de vibraton fluiten vervangen door iets dat je maar moeilijk zal kunnen vinden, maar het werkt, en is makkelijk af te stellen, en dat is het belangrijkste.

Dan restte er nog een groot mankement, en dat was het ontbreken van een deftig samenspel, accordeon zat een fractie te laat ten opzichte van de Hammond, de marimba/xylofoon zat er een heel stuk naast, klopte veel te laat.
Waar was het aan gelegen?
Foutieve verhoudingen van lucht transport slangen, vooral stuurdruk zat niet goed, en veel te lange afstanden. De register bak onderaan in de stuurkast was van hetzelfde type als diegene die in de 105 2 accordeon modellen zitten, dat kon ik zien aan het uiterst rechtste gedeelte waar zich 12 uitsparingen bevinden om 12 extra kleppen te plaatsen die ervoor zorgen dat de eerste 12 toetsen bovenste klavier enkel en alleen kunnen mee spelen als de percussie actief is. Later in de 105 ES orgels is die 12 kleppen reeks niet meer aanwezig. Dat duidt nogmaals op een van de eerste 105 ES orgels. Men gebruikte een register bak die nog gebouwd was voor het 2 accordeon model.
Nu zijn in mijn geval die 12 kleppen niet aanwezig, de uitsparingen zijn slechts gemaakt, maar geen probleem!  Dezelfde functie zit in de hulp mechaniek van het Hammondorgel.
Op de besturing kast zit een lange flens met alle lucht slangen voor accordeon, baskant en discant, en accompagnement, jazzfluit/vibraton, en de aansluitingen voor de bewegingen van trompet en saxofoon knoppen/kleppen, en nog enkele stuurdruk commando’s.
Het is logisch dat deze bundel slangen zo dicht mogelijk bij het aansluit punt van de façade zit, en bij het 2 accordeon model was dat absoluut het geval. Zo goed als recht op recht.
Ik moest helaas vast stellen dat gans de bundel afgeleid werd naar de uiterst linkse façade kant, langs achter gezien, en aldaar aangesloten op de verdeel balk die 1 stuurdruk slang opsplitst in 2 of zelfs 3 tot 4 uitgangen, 1 dikkere slang wordt dus 3x een kleinere slang, of zo zou dat toch moeten zijn.
Accordeon zang werd gesplitst met jazzfluit/vibraton, naar jazzfluit vertrok een slang met kleinere diameter, naar accordeon een slang die gelijk is aan de toevoer, dat werkt dus niet goed!
Aanvoer is ruimer, uitgangen moeten dan steeds kleiner zijn, en liefst gelijk van diameter.
Bovendien werd er nodeloos een serieuze omweg gemaakt naar jazzfluit/vibraton, en dat geeft meteen ook vertraging op fluit8, en de xylofoon/marimba.
Het inkorten, verleggen, en aanpassen van al die slangen was een serieus werk, maar achteraf bleek het niet voor niets, het samenspel was door deze ingreep zoals het hoort, de xylofoon staat vlak boven de jazzfluiten, dus de afstand is enorm ingekort, en nu slaat deze precies zoals het boek commandeert.
Ondertussen werden er opnamen op YouTube geplaatst en orgel fans waren getuige van de verbeteringen die keer op keer hoorbaar werden.

De vele reacties hebben mij tevens ook geholpen om hiertoe te komen!
Vaak gehoord dat het de eerste keer was dat men bepaalde boeken op deze manier hoorde.
Tja de lp opnamen van weleer zijn niet altijd wat het zou moeten zijn, men staat er dan vaak van te kijken wat de boeken nog allemaal in zich hebben.
Terwijl het voor iedereen al meer dan goed bleek te zijn bleef ik worstelen met het feit dat het Hammond orgel geen stereo weergave in zich heeft. Terwijl de boeken dit al decennia lang toelaten.
Zang en percussie zijn immers altijd op dezelfde toetsen genoteerd, tegenzang, eerste octaafse bas en accompagnement idem.
In de praktijk wil dat zeggen dat zang, percussie en register schakeling uitsluitend via het bovenste Hammond klavier gecommandeerd wordt.
Eerste octaafse bassen (de eerste 12 toetsen) tegenzang en accompagnement uitsluitend via het onderste Hammond klavier.
In mijn ideaal beeld moesten de beide klavieren kunnen gescheiden worden over de 2 mono blok versterkers.

Zang, percussie, en register schakeling zou dan langs de rechtse speaker set komen, tegenzang, eerste octaaf bas en accompagnement langs de linkse speaker reeks, en dit brengt onvervalste zuivere STEREO weergave.
En dan nog een belangrijk gegeven, eerste 12 toetsen onderste klavier zijn octaaf gekoppeld met de grond bas pedalen, het commanderen van de lage F pakt er automatisch pedaal F bij.

Dit komt dus als 1 gemengde klank uit de speakers, en deze 2 klanken liggen boven op elkaar.
Nu moest ik ertoe komen dat de 12 toetsen aan de linkerzijde zouden zitten, en de eraan gekoppelde grond bassen aan de rechterzijde. In dat geval liggen ze niet meer op elkaar maar naast elkaar, en dat is iets geheel anders!
Na een hele hoop gedoe ben ik er toch toe gekomen om met gescheiden onder en boven klavier te spelen, en sinds een maand of 6 speelt de Hammond begeleiding dus in STEREO, met de lage bassen en de grond bassen eveneens gesplitst over de 2 speaker reeksen.

Tenslotte is er nog de opname techniek, een orgel mag dan nog zo goed spelen, de opname moet dit ook kunnen over brengen, en dat is niet zo simpel als je zou denken. Gewoon 2 microfoons links/rechts, dat is wat kort door de bocht, misschien deed men het vroeger zo, maar heden is dat niet meer de norm. Je kan een opname nooit laten klinken zoals dat je het orgel zelf in huis hebt, laat dat duidelijk zijn! Je kan het slechts zo goed mogelijk trachten over te brengen.
In opname apparatuur werd dus ook tussendoor wel wat geïnvesteerd, en dat is van belang, want ik stelde zelf vast dat er maar weinig boeken van de 2 grootmeesters, Dick Gillet en Albert Decap, de intensieve kappers van de 105 boeken op een deftige manier gepubliceerd zijn.
Men kent vele boeken van plaat opnamen, vandaag moet dat beter zijn! En de boeken moeten alles laten horen wat ze in zich hebben, en hier is de stereo weergave niet onbelangrijk, deze zorgt ervoor dat bepaalde muzikale fantasieën nu duidelijk naar voren komen, daar waar die voordien overruled werden in één mix van mono geluid.
Tot slot is het dus een bijzonder orgel geworden dat uitermate geschikt is om boeken te registreren als geluid opname, het is een van de weinige orgels dat op een Hammond speelt en de combinatie fluit 8 bezit,
Ook de marimba/xylofoon is van een top kwaliteit,  Gebroeders Decap in Antwerpen kochten dit model aan als een volwaardig podium instrument en bouwde het om, om makkelijker te automatiseren, het beschikt over 2 aparte klavieren.
Deze staan in het ES model onder elkaar in een draagstoel, ik plaatste de klavieren naast elkaar bovenaan, dit geeft een excellente stereo weergave van dit instrument.
Dan is er nog de affaire met de koebel! Die zit op een normale 105 2 accordeon op toets 103.
Maar Decap Antwerpen gebruikte toets 103 sinds het ontstaan van het 105 ES orgel toets 103 voor een slagstok onderaan de Hi-Hat om het zogenaamde charleston effect te bekomen. Dick Gillet kon er zijn gangen mee gaan.  Ze hadden echter beter toets 104 gebruikt die altijd vrij was gebleven. Want er was een situatie ontstaan die maakt dat als er boeken van Albert Decap gespeelt worden op een 105 ES dat dan die slagstok onder de Hi-hat compleet uit de maat zit te rammelen!
Albert kapte 103 immers uit voor de koebel, en die slagstok komt op de bel terecht wanneer de balg leeg loopt, en in het geval van de slag stok onder de hi-hat slaat die wanneer de balg vol loopt, dus neervallende stok, en in het andere geval omhoog slaande stok, en dit brengt in de beide situaties een slag die uit de maat valt.
Voor de boeken van Albert Decap hoort er sowieso een bel aanwezig te zijn, die was er niet want het is een drumstel van een 105 ES. Een koebel is vlug bij geplaatst, maar het boek weet niet of het nu de slag op de hi-hat moet pakken, of de slag op de bel, want beide zitten ongelukkig op 103.
Dat is opgelost via een 3weg klep tussen bel en onderslag hi-hat, en in het geval van de onderslag op Hi-hat komt eerst toets 104 voorbij zodat de klep de werkdruk open zet richting charleston effect.
En op die manier heeft dit orgel zowat alles in zich wat in de boeken voor komt.
De ruimte waar het staat is als een akoestische studio, en ideaal om opnames te maken.
Zo worden de boeken heden gehoord als nooit voordien, via een 105 waar werkelijk alles maar dan ook alles van werkt op dit moment, en met een Hammond begeleiding in stereo weergave.

105-toets Gebr.Decap "De Haachtenaar" van Dominick Vanhaute